Begin deze week publiceerde De Nederlandsche Bank een onderzoek over de elektronische afval van het bitcoin minen. De ronkende kop was dat elke bitcoin transactie evenveel afval veroorzaakt als 2 kleine iPhones. Michiel Brunet de Rochebrune, accountmanager private trading bij BTC Direct, ging op onderzoek uit en wat blijkt? Hij is het totaal niet eens met de getrokken conclusie van de DNB.
Aantal transacties kloppen niet
Allereerst gaat Brunet de Rochebrune in op het aantal transacties waar het onderzoek over rept. De Nederlandsche Bank schrijft dat er in 2020 112,5 miljoen transacties zijn verzonden over het bitcoin netwerk. Volgens Brunet gaat dit aantal volledig voorbij aan het aantal transacties die via het lightning network zijn gedaan. Eind 2020 waren er meer dan 15 duizend betaalkanalen opgesteld in het Lightning Network, per kanaal kunnen er een onbeperkt aantal transacties worden verzonden. ‘Dit gegeven alleen al verandert de hele rekensom.’
Daarnaast worden ook veel bitcoin transacties samengevoegd als batch, waardoor het aantal transacties nog hoger uitvalt. Zie als voorbeeld deze transactie. Hier zie je dat er 6 inputs zijn, en 50 outputs, echter telt dit als 1 transactie op de blockchain.
Brunet de Rochebrune: ‘Om een voorbeeld van een batchtransactie te geven kunnen we naar onze eigen salarissen kijken, bij BTC Direct doen we vanuit 1 transactie alle uitbetalingen aan collega’s die een bitcoinsalaris ontvangen. Moet je nagaan hoe veel Outputs een batch betaling bij Coinbase heeft voor mensen die allemaal btc hebben gekocht.’
Verschillende coins minen mogelijk
Alex de Vries van DNB gaat ook in op ASIC miners (gespecialiseerde computerchips om te minen) en gebruikt volgens Brunet de Rochebrune een aantal onwaarheden. Een van de onwaarheden is dat een miner niets anders kan minen dan bitcoin met een ASIC. Brunet: ‘Dat is gewoon niet waar, je kunt met een ASIC genoeg andere cryptocurrency’s minen. Het gaat niet om de coin, maar om welke type encryptie gebruikt wordt. Bitcoin gebruikt SHA256 als encryptie, dit betekent dat elke miner die bitcoin kan minen, elke andere coins op basis van SHA256 kan minen.’ De accountmanager doelt hiermee bijvoorbeeld op litecoin, volgens Coinmarketcap zijn er 47 cryptocurrency’s die werken op basis van SHA256.
Langer dan 1,29 jaar
Een andere foutieve aanname, is dat een ASIC miner gemiddeld 1,29 jaar mee gaat, en verwijst hierbij naar zijn eigen onderzoek. Dit onderzoek van Lynn Alden zegt dat een miningmachine minstens 3 jaar mee kan en dat is zelfs nog conservatief. Brunet de Rochebrune zegt dat de meeste schattingen spreken over 4 tot 5 jaar.
Verdienmodel miners
Het onderzoek spreekt in hoofdstuk 3 ook over het verdienmodel van miners. Brunet de Rochebrune: ‘De onderzoekers benoemen wel de mogelijkheid dat een miner weer winstgevend wordt bij stijgende prijs, maar vergeten hierbij te vermelden dat als de moeilijkheidsgraad op het netwerk daalt, het ook weer makkelijker wordt om te minen en meer te verdienen.’ De moeilijkheidsgraad is een indicatie van de beschikbare rekenkracht op het bitcoinnetwerk van de twee voorafgaande weken.
Afstappen van proof of work
De onderzoekers raden aan dat bitcoin zo snel mogelijk van proof of work moet afstappen. Dit is het consensusmechanisme waar al die miners voor nodig zijn. Zonder proof of work, zijn miners ook niet nodig en is er minder e-waste, is de redenering. Het geboden alternatief is proof of stake, waar onder andere Ethereum ook gebruik van wil maken, en waar Cardano al gebruik van maakt. Brunet de Rochebrune zegt dat het gebruik van miningmachines en het bijbehorende energieverbruik, geen bug, maar juist een feature is.
‘Zonder proof of work kan iedereen ergens in de geschiedenis van de blockchain een ketting aan neppe transacties creëren, in theorie zou dit zelfs al vanaf het eerste blok kunnen. Dan lopen er meerdere kettingen van de blockchain parallel aan elkaar. Hoe weet je dan wat de juiste is? Dit is wat proof of work zo waardevol maakt. De nodes accepteren de ketting die het meeste werk kostte om te maken en verwerpen alle andere neppe kettingen. Dit stimuleert miners om voort te bouwen op de gevestigde ketting en maakt het ook moeilijk om een neppe ketting te creëren. Wil iemand een neppe maken? Dan moet hij of zij sneller werken en moet ook de rest van het netwerk ingehaald worden om zijn ketting geaccepteerd te krijgen, wat praktisch onmogelijk is bij bitcoin. Dat kost honderden miljarden euro’s.’
Brunet de Rochebrune concludeert dat het goed is dat er onderzoek wordt gedaan naar de bitcoin industrie, dat helpt efficiëntie alleen maar in de hand. ‘Maar dan moet dit wel gedaan worden op basis van juiste informatie. De conclusie van het onderzoek neigt ook naar clickbait en is sowies niet waar.’